• Menu
  • Skip to right header navigation
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst

Milieucentrum Utrecht

Voor een duurzame en groene stad

  • Vergaderzaal huren
  • Contact
  • facebook
  • twitter
  • instagram
  • linkedin
  • Zoeken
  • Vergaderzaal huren
  • Contact
  • facebook
  • twitter
  • instagram
  • linkedin
  • Zoeken
  • Home
  • Wat wij doen
    • BuurtNatuur030
    • Het Wilde Stadscafé
    • Meet Je Stad Utrecht
    • Tuincoaches
    • Duurzamer030
  • Doe mee
    • Doe mee!
    • Verklein je voetafdruk
    • Toolkit partners & pers
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Over Ons
    • Vergaderzaal huren
    • Vacatures
    • Partners
    • Jaarverslagen en beleidsplannen
    • Onze geschiedenis
    • Teams
    • ANBI
    • Donaties en schenkingen
    • Contact
  • Vergaderzaal huren
  • Contact
  • Duurzamer030 >
  • facebook
  • twitter
  • Home
  • Wat wij doen
    • BuurtNatuur030
    • Het Wilde Stadscafé
    • Meet Je Stad Utrecht
    • Tuincoaches
    • Duurzamer030
  • Doe mee
    • Doe mee!
    • Verklein je voetafdruk
    • Toolkit partners & pers
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Over Ons
    • Vergaderzaal huren
    • Vacatures
    • Partners
    • Jaarverslagen en beleidsplannen
    • Onze geschiedenis
    • Teams
    • ANBI
    • Donaties en schenkingen
    • Contact
  • Vergaderzaal huren
  • Contact
  • Duurzamer030 >
  • facebook
  • twitter

De stad: paradijs van de rat

Al eeuwen is de rat een onvermijdelijke medebewoner in onze steden, waaronder Utrecht. In het nieuws wordt de rat de laatste jaren steeds vaker genoemd. Neemt het aantal toe? Waar komen ze vandaan en welke soorten ratten zijn er? En wat moet je doen als je er één ziet rennen in je eigen achtertuin? Hoe zorgen we er samen op een verantwoorde manier voor dat het er niet teveel worden? In dit artikel lees je alles over ratten in de stad.

19 november 2025 • Laatste wijziging: 19 november 2025

Al eeuwen is de rat een onvermijdelijke medebewoner in onze steden, waaronder Utrecht. In het nieuws wordt de rat de laatste jaren steeds vaker genoemd. Neemt het aantal toe? Waar komen ze vandaan en welke soorten ratten zijn er? En wat moet je doen als je er één ziet rennen in je eigen achtertuin? Hoe zorgen we er samen op een verantwoorde manier voor dat het er niet teveel worden? In dit artikel lees je alles over ratten in de stad.

De rat rukt op!

Wereldwijd neemt het aantal ratten toe in onze steden door de opwarming en steeds dichtere bebouwing, stellen wetenschappers vast. Nederland en Utrecht zijn daarop geen uitzondering. Een Vandaag meldt afgelopen zomer dat uit de Rattenmonitor van het RIVM blijkt, dat ook bij ons het aantal meldingen van ratten gestaag toeneemt. De Rattenmonitor registreerde tot dit najaar meldingen van door professionele plaagdierbeheersers en hield de ontwikkeling van rattenpopulaties in heel Nederland bij. Ook het AD kopte deze zomer meerdere malen met rattenoverlast.

De ideale habitat

Lang, lang geleden, zo’n 46.000 jaar om precies te zijn, stonden reuzenratten op het menu van de oermens in Oost-Timor. Sindsdien is het knaagdier gelukkig stevig gekrompen, maar heeft hij wel de weg van het Aziatische continent naar Europa gevonden. In de Middeleeuwen migreert de tropische zwarte rat (Rattus rattus) mee met de mens. Hoe meer het menselijk ras gedijt, hoe meer ook de rat floreert. Want het is een slimme jongen: waar de mens woont, ligt het voedsel voor het oprapen en is beschutting altijd dichtbij. In de 18e eeuw arriveerde met de scheepvaart ook de bruine rat (Rattus norvegicus) in onze streken: steviger, agressiever en beter bestand tegen kou, slaagde hij erin het grootste deel van het territorium van zijn voorganger te veroveren. Op dit moment is Antarctica de enige plek op aarde waar de rat niet te vinden is. Beide soorten hebben het vooral erg naar hun zin in onze steden. Onder andere dankzij de opwarming van het klimaat rukt ook de zwarte rat weer meer op. En het is de mens die deze paradijselijke omgeving heeft gecreëerd.

Het spreekt voor zich dat afval op straat voor een rat een open buffet is. Met onze drukke mensenlevens zijn we eraan gewend geraakt steeds meer onderweg en buitenshuis te eten. Er zijn steeds meer plekken waar voedsel bewaard, bereid en verkocht wordt en in meeneemverpakkingen over de toonbank gaat. Niet alleen is al dit eenmalig gemak een belasting voor het milieu: op steeds meer plaatsen wordt het lekkers genuttigd én geknoeid, alles in easy reach van de rat. Steeds vaker puilt de afvalbak in het park uit aan het eind van een mooie zomerdag. Zelfs als alles netjes ín de prullenbak zou landen, maakt deze toename aan etensresten in de publieke ruimte het leven van de ratten tot één groot feest. Ze klimmen immers zonder enige moeite de afvalbak in! En of ze daar nou sushi, chips of pizza vinden: de rat eet wat de pot schaft.

Dan zijn er ook nog onbedoelde indirecte vormen van voederen, zoals alle soorten en vormen van vogelvoer: van vetbol aan een boomtak tot brood ‘voor de eendjes’. En wat de meeste mensen zich niet realiseren, is dat ze de rat een dienst bewijzen door voedselresten door het toilet te spoelen. Het overgrote deel van de rattenpopulatie leeft in het riool en krijgt daarmee zijn hapje zelfs gratis thuisbezorgd.

Ratten houden ook van vogelvoer.
(Foto van Wikimedia Commons)

Het is vooral de bruine rat die houdt van natte plekken zoals het riool en hij is dus vaak in de buurt van water te vinden. Ook houdt hij zich graag op in onze parken en tuinen, waar hij zich op veel plekken kan verschuilen (open schuurtjes, houtstapels, rommel, dichte struiken) en makkelijk voedsel kan vinden (vruchtenstruiken en notenbomen, composthopen, dierenvoer). Het beestje zoekt voortdurend naar voedsel, warmte en beschutting en is met name ‘s nachts zeer actief. Ratten vertonen onderling heel sociaal en vriendelijk gedrag. Ze helpen elkaar zolang de voedselvoorraad strekt en ze zijn dol op seks. Vrouwtjes brengen gemiddeld per worp twaalf jongen voort, die zelf al na zes weken geslachtsrijp zijn. Doordat er steeds snel een nieuwe generatie is, kunnen de plaagdieren zich vlot aanpassen aan een nieuwe woonomgeving. (Bron: De ecologie van stadsratten en hun mensen).

De zwarte rat is eerder op warme, droge plekken te vinden. Hij is een uitstekende klimmer en leeft vaker in gebouwen, vooral op zolder of onder het dak. Ze kruipen in schuurtjes, op zolders, in pakhuizen en soms zelfs onder funderingen van woningen. Ze verspreiden zich graag via schepen en andere transportmiddelen. Uit onderzoek blijkt, dat ratten een uitstekend ruimtelijk geheugen hebben en zich situaties kunnen voorstellen en er zelfs op kunnen anticiperen. Met name zwarte ratten zijn zéér pientere, oplettende baasjes. Zo leggen ze voorraden aan, zijn erg opportunistisch maar ook voorzichtig en argwanend ten opzichte van veranderingen in hun omgeving. Deze rat loopt niet zomaar in de val en is dus moeilijk te vangen! Om het vertrouwen van de rat te winnen, wordt vaak strategisch gestart met pre-baiting: de val wordt zonder sluitingsmechanisme geplaatst en het voer wordt steeds aangevuld. Als de rat na een paar dagen heeft vastgesteld dat het veilig is om hier te eten, kan de klem op scherp worden gezet.

Terwijl de biodiversiteit in de stadse omgeving eerder onder druk staat, vergaat het de zwarte rat juist prima. Net als de bruine rat zijn deze survivors kampioenen in aanpassing en de klimaatverandering is zijn beste vriend, want bij hogere temperaturen kunnen deze ratten zich sneller voortplanten. Dit is een niet te onderschatten factor. Een zwart rattenwijfje leeft één tot drie jaar en is vanaf drie maanden geslachtsrijp en vanaf dan constant bevrucht. Zo om de twee maanden werpt ze gemiddeld 7-10 jongen per nest, die vervolgens na drie maanden ook weer nakomelingen krijgen. Op een veilige nestelplek met voldoende voedsel kan een populatie zwarte ratten snel resulteren in een ware plaag.

Elke rattenkolonie bewaakt zijn eigen territorium. Wordt de populatie daar te groot, verhuist een deel naar een nieuwe schuilplaats, waar voldoende voedsel te vinden is. Als er na een bestrijdingsactie een territorium vrijkomt, wordt deze plek in een mum van tijd weer ingenomen door een nieuwe kolonie. Om dit te voorkomen zijn professionele preventieve maatregelen nodig. De aanpak van overlast van zwarte ratten is dan ook een specialistische taak.

Voorkomen is makkelijk, bestrijden is moeilijk

Ratten vormen een gevaar voor de volksgezondheid en kunnen veel schade veroorzaken. Naast de ziektes die ze kunnen overdragen, richten ratten met hun knaaggedrag in gebouwen en woningen (leidingen en kabels, houten vloeren en isolatie) ook veel materiële schade aan. Door hun graverijen kunnen snel verzakkingen optreden. Een teveel aan ratten is een gemeenschappelijk probleem, dat we samen in toom moeten houden. Vaak wordt er pas actie ondernomen wanneer de populatie dermate groot is dat het probleem niet meer genegeerd kan worden. Maar hoe langer men wacht met ingrijpen, hoe langer het zal duren voor de ratten verdwijnen. Bovendien lopen daarmee de kosten van de bestrijding op.

Het is het beste om te voorkómen dat de rat zich wil vestigen in jouw omgeving. Ratten worden aangetrokken tot een gebied met voedsel, schuilplekken en warme en droge nestelplekken. De GGD geeft helder advies over het aanpassen van je leefomgeving, zodat je ratten rondom en in je huis kunt tegengaan.

Voorkomen is beter dan bestrijden!
(Foto van Vitaly Gariev | Unsplash)

Bij één rennende rat langs de gevelrand is er niet direct paniek nodig. Het kan zijn dat deze rat alleen op zoek is naar een hapje en (nog) niet bij je om de hoek is gevestigd. Maar zie je de veelvraten vaker en zelfs overdag schaamteloos in de tuin, rond je huis of bij het vuilnis rennen? Zijn ze zo brutaal, dat ze zich niet meer denken te hoeven verstoppen? Dan kun je er gif op innemen, dat ze met velen zijn en deze buurt als hun territorium beschouwen. Gif voor de rat dan maar? Niet alleen is het gebruik van rodenticiden voor particulieren verboden, het is volslagen zinloos: de pientere diertjes zijn met velen en leren razendsnel van elkaar waar ze wel of niet aan moeten knagen. Door al het gif in het verleden, is deze aanpassingskampioen bovendien inmiddels voor bijna alles resistent! Ook zijn chemische bestrijdingsmiddelen uiteraard slecht voor het milieu én kunnen ze leiden tot doorvergiftiging naar (huis)dieren, die vergiftigde ratten eten.

Omdat ratten resistent zijn geworden tegen vele soorten gif, wordt er onderzoek gedaan naar nieuwe manieren van bestrijden. Verrassend genoeg blijkt het mogelijk met vitamine D3 (cholecalciferol). Terwijl de mens niet zonder kan, verstoort deze vitamine bij ratten en andere knaagdieren de fosfor- en calciumbalans en ernstige aderverkalking te veroorzaken. Dit beschadigt de bloedvaten en organen dusdanig, dat dit een week tot de dood leidt. Grotere dieren die op ratten jagen ondervinden echter geen nadelige gevolgen voor de gezondheid, daar zij de vitamine normaal kunnen verwerken. Maar zoals gezegd: voorkomen is beter dan bestrijden.

Dilemma: groen rattenplantsoen?

Tegels eruit, plantjes erin! In veel steden wordt tegenwoordig volop geïnvesteerd in vergroening als tegenwicht tegen de klimaatverandering: parken, geveltuinen, groene daken en meer bomen moeten de stad leefbaarder, gezonder en duurzamer maken. Groen zorgt immers voor vele voordelen waaronder een schonere lucht, meer verkoeling, een betere opvang van regenwater, een grotere biodiversiteit en een prettigere leefomgeving.

Ook Utrecht is hier actief mee bezig. Zo presenteerde de gemeente in september 2025 de versnellingsaanpak ‘Groene Schaalsprong‘ om de vergroening van de stad structureler en sneller te maken. Een voorbeeld is de speciale groenstrook aan de Laan van Puntenburg bij het centraal station om de stad regenbestendiger te maken. Groen moet “meegroeien” met de stad en er wordt onderzocht hoe dit in toekomstige omgevingsplannen een vaste plek kan krijgen. Samen met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voert de gemeente in 2025 ook acht nieuwe projecten uit met geld uit de ‘Impulsregeling Water in de Leefomgeving’. Er wordt bijvoorbeeld ingezet op vergroening van schoolpleinen en het verbeteren van waterkwaliteit en het aanpassen van de stad aan wisselende weersomstandigheden.

Hoe combineren we deze cruciale vergroeningsprojecten om onze stad toekomst- en klimaatbestendiger te maken met de preventie en bestrijding van rattenoverlast? Parken, plantsoenen, waterpartijen en vijvers kunnen een broedplaats zijn voor ratten. Minder maaien en natuurlijkere oevers zorgen voor een grotere biodiversiteit, maar ook voor meer bewegingsvrijheid voor het ongewenste gedierte. Verstevigde oevers verminderen het risico op gravende knaagdieren, maar is ook voor andere waterdieren een hindernis. Geveltuintjes bieden koelte en zorgen voor meer dieren- en plantensoorten, maar vormen ook perfecte beschutting voor plaagdieren.

De oplossing ligt niet in minder groen, maar in slim en strategisch groenbeheer. Bij het ontwerp van het plan voor gemeentelijk groen wordt gelet op variatie in hoogte en open zichtlijnen, in plaats van dichte struiken en lage begroeiing. Zo is de beplanting minder aantrekkelijk voor nestvorming. Ook kiest men preventief voor planten en bomen die weinig zaden of vruchten produceren en wordt er regelmatig gesnoeid en worden gevallen vruchten opgeruimd.

Bewust en samen

Een groene stad kan prima samengaan met een rattenarme stad, mits ook de Utrechtse inwoners hun steentje bijdragen aan de preventie. Onmisbaar voor het behoud van een gezonde balans is de samenwerking tussen bewoners, gemeente en ecologen. De gemeente Utrecht startte daarom in 2020 een bewustwordingscampagne om mensen bewust te maken van de gevolgen van etensresten op straat of in het park. (Bekijk hier het het filmpje.) Deze campagne, het handhaven op het algemene voederverbod, de registratie van meldingen van rattenoverlast en structureel onderhoud van parken, watergangen en ander groen om schuilplekken en nestmogelijkheden tegen te gaan, zijn acties van de gemeente om de stad gezond te houden.

Tevens zorgt de gemeente voor bewustwording en gedragsverandering door het betrekken van stadsbewoners bij het groenbeheer met projecten als ‘adopteer-een-perkje’ of andere buurtgroeninitiatieven, waarbij je kunt leren hoe je groen kunt onderhouden zonder plagen aan te trekken.

Ook met de ‘Beleidsnota Ondergrond‘ wordt nieuw beleid ontwikkeld op ondergrondse infrastructuur (denk aan riolering, leidingen, maar ook ruimte voor wortels van begroeiing). Dit kan indirect helpen bij rattenpreventie, want goed beheer van ondergrondse structuren kan voorkomen dat ratten zich makkelijk verspreiden. De nota is in mei 2025 naar de gemeenteraad gestuurd; het besluit wordt in het najaar 2025 verwacht.

Écht slim groenbeheer kijkt overigens niet alleen naar de mens en het ongewenste beestje, maar naar het hele ecosysteem: natuurlijke vijanden van ratten zoals uilen, roofvogels en egels kunnen helpen om het evenwicht te bewaren. Door het beheer goed te plannen — minder frequent maaien, afgestemd op de ecologie, en onderhoud op de juiste momenten — blijft het groen aantrekkelijk voor bijen, vogels, vlinders, maar minder aantrekkelijk als rattenparadijs. Een stad die ruimte biedt aan zo veel mogelijk verschillende diersoorten, vormt een stabieler ecosysteem en is daardoor minder vatbaar voor plaagvorming van één soort.

Gat, was dat een rat?! Wat moet ik doen?

Rat in de publieke ruimte
In de regel geldt, dat de verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt als er sprake is van een rattenplaag in de publieke ruimte. Zie je een rat of sporen (knaagschade, poep, nesten of een sterke geur) ervan? Doe altijd een melding bij de gemeente! Allereerst zorgt dit ervoor dat de gemeente weet waar er overlast wordt ervaren. Zij onderzoekt de situatie en neemt zo nodig maatregelen om de overlast aan te pakken en werkt aan preventie om de omgeving minder aantrekkelijk te maken voor de ratten. De gemeente kan ervoor zorgen dat voedsel en vuilnis minder toegankelijk gemaakt worden en er geen veilige plekken meer zijn om te nestelen. Zijn er vallen nodig aan de straat, gracht of singel of in het park, dan is de gemeente daarvoor verantwoordelijk. De gemeente probeert zo veel mogelijk diervriendelijk te bestrijden en gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te vermijden. Ingezet wordt op preventie, zodat ratten niet worden aangetrokken en niet kunnen nestelen. Naast de regelgeving voor vuilnis is ook het voederverbod van dieren op straat en op het water van belang.

Rat in of bij eigen huis
Ervaar je overlast van ratten rond je huis, of tref je sporen in je woning, en ben je zelf de huiseigenaar? Dan is het jouw verantwoordelijkheid en is de inzet van een professionele bestrijdingsdienst de makkelijkste en snelste oplossing. Gemiddeld kost een rattenbestrijding tussen de €75,- en €150,-. Ze zullen als eerste onderzoeken wat de ratten heeft aangetrokken en deze aanleiding ontoegankelijk maken of verwijderen. Er worden vallen gezet. Ook kan het bedrijf advies geven over preventie.

Wees wijs!
Als je dode ratten of uitwerpselen wilt opruimen, draag dan altijd handschoenen en eventueel een mondkapje voor je eigen veiligheid. Dode ratten mogen worden afgevoerd met het restafval. Verwijder ook aanwezige uitwerpselen, zodat nieuwe sporen makkelijk gespot kunnen worden. (Bron: kad.nl)

Rat in of bij je huurwoning?
Wanneer je een woning huurt en je hebt last van ratten in of rond het huis? Neem zelf direct maatregelen door voedsel op te slaan in afgesloten bakken. Denk daarbij ook aan het voer van je huisdier! Zorg dat de ratten niet bij je afval kunnen, zet vuilnis op de juiste tijden buiten en zo mogelijk in een container. Dicht alle gaten en kieren in muren, plafonds en vloeren. Een rat beweegt graag ongezien. Dus zorg voor voldoende vrije ruimte tussen meubels en de muur, zodat ratten er niet onder kunnen schuilen.
Stel ook zo snel mogelijk je verhuurder op de hoogte. In principe is die verantwoordelijk voor het laten verhelpen van de rattenplaag en het verrichten van de nodige reparaties. Indien er sprake is van een mankement aan het riool, is ook de verhuurder aansprakelijk voor de bestrijdingskosten en herstelwerkzaamheden.

Wie hebben we daar? Bruin of zwart?

Voor het treffen van de juiste maatregelen is het van belang te weten om welke rattensoort het gaat, omdat de aanpak verschilt. Ondanks hun benamingen, is de kleur van de vacht daarbij niet het duidelijkste kenmerk. Er zijn zwarte ratten die eerder bruin zijn, en bruine ratten die er zwart uitzien.

Bruine rat
Zwarte rat

Afbeeldingen van Wikimedia Commons

Je herkent een bruine rat aan zijn stompe snuit en een dikke kale staart, die korter is dan zijn lichaam dat 22 tot 30 cm lang is. De zwarte rat is kleiner en meet 14 tot 23 cm en zijn staart is langer dan zijn lijfje. Hij heeft een spitse snuit en grote, vrijwel kale, oren. De keutels van de zwarte rat zijn zeer donkerbruin, 1 cm lang, hebben spitse uiteinden en een kromme vorm, als een banaan).

Wellicht zijn er slechts sporen te vinden van nachtelijk bezoek. In dat geval kunnen uitwerpselen ook helpen te definiëren om welke rattensoort het gaat. De keutels van de bruine rat zijn bruingrijs van kleur, zijn 2 cm lang en hebben een puntig uiteinde en een stomp uiteinde (zoals een pinda). Aan de hoeveelheid keutels is ook af te lezen of er meer dan één rat was, en of die de plek meerdere dagen bezocht heeft. Beide soorten ratten leggen ongeveer 40 keutels per dag. (Bron: kad.nl)

Muskusrat

In Utrecht leeft nog een ander knaagdier, namelijk de muskusrat (Ondatra zibethicus), ook wel bisamrat of waterkonijn genoemd. Alhoewel zijn naam anders suggereert, behoort dit dier tot de familie van de woelmuizen en is dus niet verwant aan de rat. Hij is in de vorige eeuw voor de pelsdierfokkerij ingevoerd vanuit Noord-Amerika. Hoewel veel kleiner van stuk (maximaal een halve meter van kop tot staart), doet hij vooral aan een bever denken, als je hem in het water ziet zwemmen. De meeste kans hierop heb je in de schemering of als het donker is. Hij heeft een bruin tot grijsachtig lijf en een stompe snuit. Zijn oren en ogen zijn in de vacht verborgen. De tenen aan de achterpoten hebben zwemvliezen.

De muskusrat vind je vooral in stilstaand water (vijvers, kanalen, dode rivierarmen, moerassen). Maar ook zien we hem in stromend water zolang er een sterke begroeiing langs de waterkant voorhanden is. Tussen het groen zoekt hij een geschikte plek voor de ingang van zijn burcht, die verstopt blijft onder de waterspiegel, maar voor de aanleg van zijn nestkamer graaft hij hogerop in de droge delen van de oever. De muskusrat heeft een hoge reproductie (2-3 worpen per jaar met 2-14 jongen) en is zeer mobiel.

Deze stevige graver verzet maar liefst dertien kruiwagens grond per jaar. De constructie van de holen en gangenstelsels en vormen een serieus gevaar voor dijken en oevers en andere waterkundige bouwwerken, die daardoor hun stevigheid verliezen. Tot 2012 lag de bestrijding van de muskusratten in handen van de provincies, maar sindsdien is het een taak geworden van de waterschappen. De waterschappen houden de populatie muskusratten in toom door het plaatsen van klemmen en fuiken onder water. Wil je meer weten over de muskusrat? Kijk dan bij het Kennisnetwerk Invasieve Exoten.

Heb je een muskusrat gezien?
Meld dit dan bij je Waterschap of bij de Muskusrattenbestrijding.

Om het verhaal compleet te maken, is er ook nog de beverrat (Myocastor coypus). Hij vertoeft ook in gebieden met water, zowel stromend als stilstaand, en zoekt deze uit op een rijke oevervegetatie. Het is een stevig knaagdier met een brede hoekige kop en is ook vanwege zijn dikke pels in de 20ste eeuw uit Zuid-Amerika ingevoerd. De beverrat zul je niet aantreffen in Utrecht en directe omstreken. Hij is met name in Oost-Nederland te vinden.

Lekker in het water?

Steeds meer mensen zoeken ’s zomers verkoeling in, op en bij de stadse wateren. Heerlijk bootje varen of suppen op de Oudegracht, of pootje baden aan de steigers langs de singel en even plonzen bij de Muntkade, de Zilveren Schaats of in de Vaartsche Rijn bij de Oranjebrug. In onze mooie stad is het water overal dichtbij en wie wordt er niet vrolijk van wat gespetter op een mooie zomerdag?

Helaas is niet iedereen zich bewust van de mogelijke gezondheidsrisico’s die het met zich meebrengt. Ratten maken deel uit van de stadsnatuur en leven rond en in het water. Hun aanwezigheid vormt een gezondheidsrisico voor dier en mens. Het is al langer bekend dat ratten, alsook muskus- en beverratten, in heel Nederland drager kunnen zijn van bacteriën en parasieten. De overdracht kan gebeuren via besmette aarde aan de oevers, via het oppervlaktewater van grachten en sloten of via rioleringen. Met de groei van de landelijke rattenpopulatie neemt ook de kans toe op verschillende ziekten. Laat dus als watergenieter geen voedsel of afval achter!

Met name mensen die werken met riool, grond of open water, hebben een grotere kans op het oplopen van ziekten. Maar ook wie recreëert in het favoriete leefgebied van de rat – bij grachten, sloten en plassen – loopt risico op besmetting via uitwerpselen en urine. Bacteriën kunnen via wondjes of via de ogen, neus of mond in het lichaam komen. Het meest bekend is de ziekte van Weil. Mensen en (niet gevaccineerde) honden krijgen griepachtige klachten zoals koorts, hoofdpijn en spierpijn. In ernstige gevallen kan het leiden tot ernstige lever- en nierfalen, geelzucht en bloedingen in de huid of longen. Omdat de kans erg klein is dat je de ziekte van Weil oploopt, kan het gebeuren dat de ziekte niet op tijd wordt gediagnosticeerd. En dat kan zelfs dodelijk uitpakken.

Het aantal mensen dat besmet is neemt de laatste jaren toe, zo meldt de GGD. Bij onderzoek onder bruine ratten in Nederland in 2015 was 39 tot 50 procent van de ratten geïnfecteerd met leptospiren. Een dagje suppen of kanoën zou dus helaas heel onaangenaam kunnen uitpakken. Zwemmen in de grachten is dan ook officieel verboden en adviseert de Provincie dit alleen te doen in aangewezen plassen waar de zwemwaterkwaliteit en de veiligheid periodiek gecontroleerd worden.

Andere ziektes die ratten kunnen veroorzaken bij de mens, zijn het seoulvirus (een hantavirussoort) of de paratyfus, al komt die gelukkig echt zelden voor, aldus het RIVM. Ratten kunnen ook verschillende veeziekten verspreiden. De muskusrat kan drager zijn van de gevaarlijke vossenlintworm (Echinococcus multilocaris). Ook dit komt in Nederland nog nauwelijks voor.

De gemeente Utrecht werkt samen met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden aan verbetering van de waterkwaliteit aan de hand van het Programma Gezond Water. Dit plan beschrijft maatregelen zoals het bevorderen van een goede doorstroming en de aanpak van de waterkwaliteit rond forten en volkstuinen. Er wordt ook hard gewerkt aan het verwijderen van zwerfvuil in en rond het water. Daarnaast wordt er gebaggerd en het groen langs de oevers verzorgd.

Sinds het riool niet meer uitkomt op de grachten (1957) is de waterkwaliteit er zeer op vooruit gegaan. Maar het kan beter. De waterkwaliteit van vijvers, sloten, plassen en grachten voldoet op veel plekken niet aan de Europese normen.

Verder lezen & kijken

🐀 Gemeente Utrecht: rattenoverlast voorkomen
🐀 Gemeente Utrecht: doe hier een melding bij de gemeente als je ratten heb gespot.
🐀 GGD leefomgeving: ratten
🐀 Tips om ratten te voorkomen van Milieucentraal en Meldpunt Ongedierte
🐀 Veilig zwemmen? www.zwemwater.nl
🐀 NTR – De kennis van Nu over de rat, de ziekte van Weil en bestrijding
🐀 EOS Wetenschap: artikel over hoe de rat ons te slim af is
🐀 Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD): www.kad.nl
🐀 Rat in de stad, zó voorkom je dat! Filmpje van gemeente Utrecht.
🐀 Niet bang voor de beestjes en zin gekregen in meer groen in je straat? Kijk dan op BuurtNatuur030, hét interactieve platform voor groene buurtprojecten in Utrecht.

Dieren in de stad

Dit is een artikel in de reeks dieren in de stad. Bekijk ook ons artikel over stadsduiven. Over welk stadsdier zou je hierna willen lezen? Laat het weten via communicatie@mcu.nl.

Tekst: Sjoukje

FacebookTwitterShare

Categorie: NieuwsTag: dieren in de stad, stadsdieren

Vorig bericht: « Terugblik community-avond voor tuincoaches

Footer

Meld je aan voor de Nieuwsbrief:

Mailing
   
Lees hier de oude nieuwsbrieven Algemeen >
Lees hier de oude nieuwsbrieven Meet je Stad >

Milieucentrum Utrecht
Oudegracht 60
3511 AS Utrecht
030-2367240
info@mcu.nl
NL 27 TRIO 0320 2347 70 t.n.v. St Milieucentrum Utrecht

Kijk op onze contactpagina voor de openingstijden. Reserveren voor een vergadering kan via de pagina zaalverhuur of via e-mail naar info@mcu.nl.

Privacyverklaring     ANBI informatie

Copyright © 2025 · Milieucentrum Utrecht

Cookie toestemming beheren
Om u de beste ervaring op onze website te bieden, maken wij gebruik van cookies. Wilt u cookies accepteren voor een optimale ervaring? U kunt uw cookie-instellingen op elk moment wijzigen.
Functional Altijd actief
The technical storage or access is strictly necessary for the legitimate purpose of enabling the use of a specific service explicitly requested by the subscriber or user, or for the sole purpose of carrying out the transmission of a communication over an electronic communications network.
Preferences
The technical storage or access is necessary for the legitimate purpose of storing preferences that are not requested by the subscriber or user.
Statistics
The technical storage or access that is used exclusively for statistical purposes. The technical storage or access that is used exclusively for anonymous statistical purposes. Without a subpoena, voluntary compliance on the part of your Internet Service Provider, or additional records from a third party, information stored or retrieved for this purpose alone cannot usually be used to identify you.
Marketing
The technical storage or access is required to create user profiles to send advertising, or to track the user on a website or across several websites for similar marketing purposes.
  • Beheer opties
  • Beheer diensten
  • Beheer {vendor_count} leveranciers
  • Lees meer over deze doeleinden
Voorkeuren bekijken
  • {title}
  • {title}
  • {title}