Wie de temperatuur wil meten in zijn omgeving doet er goed aan om de thermometer niet in de volle zon te hangen. Dit ligt voor de hand en het project Meet Je Stad (MJS) van Milieucentrum Utrecht heeft dat de afgelopen winter na een onderzoek ook daadwerkelijk vastgesteld. Maar er valt wel wat meer over te zeggen.
Het onderzoek begon met het eenvoudig vergelijken van de temperaturen uit de meetkastjes in Utrecht met de temperatuur die het KNMI in De Bilt meet. Daaruit kwam naar voren dat de 46 meetkastjes van MJS in de hele stad gemiddeld een hogere dagtemperatuur noteerden dan in De Bilt. De afgelopen winter waren vooral in februari de temperaturen hoger.
In de zomer is een hogere gemiddelde temperatuur in de stad te verwachten door het zogenaamde hitte-eilandeffect. Dit kan oplopen tot wel vier graden Celsius. In de winter liggen hogere temperaturen in de stad minder voor de hand.
Waar lagen de hogere temperaturen in de meetkastjes in de afgelopen winter aan? Om dat uit te zoeken vergeleek MJS ook de maximum- en de minimumtemperaturen in Utrecht en in De Bilt. Daaruit kwam naar voren dat vooral de maximumtemperaturen het verschil maken. De minimumtemperaturen in Utrecht en in De Bilt waren vrijwel hetzelfde.
In de onderstaande grafiek is te zien dat de minimumtemperaturen van de meetkastjes in Utrecht en de officiële temperaturen in De Bilt (de gestippelde lijnen) vrijwel gelijk lopen. De uitschieters liggen vooral in de maximumtemperaturen.
Wat is de oorzaak van het verschil? Het is zeer waarschijnlijk, zo concluderen de onderzoekers van MJS, dat een deel van de meetkastjes in Utrecht in de (volle) zon hangt en daardoor op zonnige dagen ook hogere temperaturen weergeven. Door deze variatie in maximumtemperaturen wordt ook de gemiddelde dagtemperatuur op die dagen omhoog getrokken.
Hierdoor ontstond bij de onderzoekers de volgende vraag: geven de meetkastjes een duidelijk hogere maximumtemperatuur dan het KNMI, op sommige dagen?

De researchers keken vervolgens per dag wat de hoogst gemeten temperatuur van elk kastje was gedurende deze periode. In bovenstaande grafiek is te zien dat elk kastje wel eens iets afwijkt. Dat is ook te verwachten. De temperaturen verschillen per plek in de stad.
Maar enkele kastjes sprongen eruit. Bijvoorbeeld begin december werd door een kastje 4º gemeten als hoogste temperatuur (dat kastje is daarna een periode uitgevallen, aan de doorgetrokken lijn te zien). Naast dat individuele meetkastjes afwijkende waarden lieten zien, viel ook op dat op sommige dagen de gemeten maximumtemperaturen veel meer uit elkaar liepen dan op andere dagen. Bijvoorbeeld rond 10 januari en begin februari waaierden de metingen uit. Alsof er op die dagen iets aan de hand was waardoor alle kastjes uiteen gingen lopen.
Oorzaken van spreiding
De mate waarin metingen uit elkaar liepen, ook wel de spreiding genoemd. Dit kan worden uitgedrukt in een getal, de standaarddeviatie. Op dagen met sterk uiteenlopende metingen zoals 17 februari is die waarde hoog. Op een dag als 14 december is de standaarddeviatie laag: alle gemeten waarden liggen dicht bij elkaar.
Waarom was op sommige dagen de standaarddeviatie hoog? MJS vermoedt dat de hoeveelheid zonuren hier misschien een rol zou kunnen spelen. Op een grijze dag maakt het niet veel uit of een meetkastje in de zon hangt, maar op een zonnige dag wel. Zou het kunnen zijn dat de dagen met sterk uiteenlopende maximumwaardes ook de dagen met veel zonuren zijn?
In onderstaande grafiek is het aantal zonuren opgenomen. Inderdaad waren de dagen met een grote variatie in gemeten temperaturen heel zonnig. Maar bijvoorbeeld 27 januari was ook een zonnige dag en daar liggen de temperaturen weer minder ver uit elkaar.

Conclusie
Om hier wat meer grip op te krijgen maakte MJS een grafiek waarin de berekende standaarddeviatie wordt afgezet tegen het aantal zonuren. En hoewel er variatie is, is de tendens duidelijk zichtbaar: meer zonuren betekent meer variatie in de gemeten maxima. Oftewel: het is zeer waarschijnlijk dat een deel van de meetkastjes in de zon hangt en daardoor op zonnige dagen afwijkende waarden meet.

Wat het exacte effect is van meetkastjes wel of niet in de zon, is niet direct te zeggen, concluderen Rosalie Salemink en Henk van der Velden die het onderzoek uitvoerden. “Voor in de toekomst zou het interessant zijn om een keer een direct experiment te doen, waarbij een meetkastje in de zon hangt en de andere vlakbij in de schaduw, om een beter beeld te krijgen wat het effect is van direct zonlicht op de meetkastjes. Met meer gegevens zou het uiteindelijk zelfs mogelijk zijn om een statistische correctie te ontwikkelen, om de uiteindelijke metingen in de kastjes meer in lijn te brengen met de daadwerkelijke temperatuur.”
Wat is Meet Je Stad?
Meet Je Stad is één van de projecten van Milieucentrum Utrecht. In dit project, een zogeheten citizen science-project, doen we samen met burgers metingen in Utrecht om klimaatverandering in kaart te brengen.
- Meer over Meet Je Stad
- Bekijk een van onze kennisavonden met datawetenschapper Irene Garcia-Marti van het KNMI over haar werk en hoe zij de data van burgerwetenschappers daarbij toepast.
- Achtergrondinformatie over Meet Je Stad in andere steden vind je op meetjestad.net.
- Benieuwd hoe het is om mee te doen? Lees de ervaring van Jos Cozijnsen, een van onze deelnemers!
- Wil je meedoen of heb je vragen? Mail naar projecten@mcu.nl.