Per 1 april ben je een dief van je eigen portemonnee als je blikjes nog langer in de berm of de bosjes gooit. Dan gaat namelijk de statiegeldregeling van kracht, net zoals dat in 2021 met plastic flesjes gebeurde. De verwachting is dat de hoeveelheid zwerfblikjes zo met 70 tot 90% afneemt. Dit is hard nodig, want zwerfafval vormt een groeiend probleem.
Wat is zwerfafval eigenlijk? En wie is er verantwoordelijk voor? Is dat de consument die de verpakking van z’n tussendoortje weggooit waar hij staat? Moet de gemeente de buurt gewoon beter schoonhouden? Of zijn het de producenten die maken dat deze verpakkingsmaterialen überhaupt bestaan?
Externaliteit
In economische termen is zwerfafval een ‘externaliteit’. Dat wil zeggen dat er bij een transactie tussen twee partijen – de één heeft dorst, de ander verkoopt energydrank – een derde partij is die daar hinder van ondervindt. Dat zijn bijvoorbeeld de mensen die een blik op hun omgeving werpen en afval tussen het groen zien liggen. Het zijn ook de koeien die verwrongen blik binnenkrijgen als ze gemaaid bermgras te eten krijgen, de microplastics die tot in onze haarvaten zijn doorgedrongen, of de zeeën met hun inmiddels welbekende plasticsoep.
Zo is het niet altijd geweest. Tot in de jaren ’50 bestond verpakkingsmateriaal – voor zover gebruikt – hoofdzakelijk uit glas of papier. Zo’n 95% werd ingeleverd en hergebruikt. Dit veranderde toen Amerikaanse bedrijven besloten dat ze sterk op de kosten konden besparen als ze hun product voortaan in wegwerpverpakkingen zouden aanbieden. Zo hoefden ze de glazen flesjes voortaan niet langer in te zamelen, te reinigen en opnieuw te vullen. Het kostte nog heel wat overtuigingskracht om de Amerikaanse bevolking en overheid van het nieuwe systeem te overtuigen. Dit lukte, en zo ontstond het fenomeen ‘zwerfafval’.
De kosten die de producenten bespaarden, kwamen zo bij de burger, de staat en de natuur te liggen. De Nederlandse overheid is nu jaarlijks 250 tot 300 miljoen euro kwijt aan het opruimen van de externaliteit ‘zwerfafval’. Organisaties als ‘Nederland Schoon’, opgezet en gefinancierd door de verpakkingsindustrie, suggereren dat de individuele burger zelf verantwoordelijk is voor een schone omgeving – een beter milieu begint bij jezelf, nietwaar? En de natuur, tja, die ligt wereldwijd vol met de restanten van onze snelle snacks.
Eind nog niet in zicht
Inmiddels produceren we in Europa jaarlijks 60 miljoen ton aan wegwerpverpakkingen. Wereldwijd is dit zelfs 400 miljoen ton. Van de totale productie sinds de jaren 1950 (zo’n 6 miljard ton) is 9% gerecycled, de rest is verbrand of in het milieu belandt. Jaarlijks stroomt 8 miljoen ton naar zee. Toch is het einde nog niet in zicht. Fossiele bedrijven hebben de afgelopen twaalf jaar meer dan 180 miljard geïnvesteerd om de productiecapaciteit met 40% uit te breiden, dit is vooral bedoeld om over opkomende landen in Afrika en Azië uit te storten.
De invoering van statiegeld op verpakkingsmaterialen zal ongetwijfeld de hoeveelheid zwerfvuil in Nederland terugdringen. De kern van het probleem blijft bestaan, namelijk de productie van steeds grotere hoeveelheden wegwerpmateriaal. Het levert nu eenmaal zoveel geld op.
Tekst: Mathijs Eskes
Foto’s: Osmar do Canto / Unsplash & Evgeny Karchevsky / Unsplash
Hoe herken je een statiegeldblikje?
Blikjes met onderstaand logo kun je retour brengen naar de winkel.
Verder lezen: bronnen
- M. Taylor, ‘$180bn investment in plastic factories feeds global packaging binge’, The guardian (26 december 2017).
- G. Strand, ‘The crying Indian’, Orion Magazine (20 november 2008).
- ‘Ja dáág, dacht Dirk Groot: moet ik de troep van een ander opruimen? Nu is hij de schone man in de bosjes’, De Volkskrant (18 maart 2023).
- T. Stelling, ‘Briljant bedacht: hoe de plasticindustrie het idee verkoopt dat de burger z’n ‘eigen’ plastic op moet ruimen’, De Correspondent (7 september 2020).
- J. Bouma en B. Zuidervaart, ‘De slag om het statiegeld is eindelijk gewonnen’, Trouw (24 april 2020).
- S. Laville, ‘Founders of plastic waste alliance ‘investing billions in new plants.’’, The Guardian (21 januari 2019)
H. Tabuchi, M. Corkery and C. Mureithi, ‘Big Oil is in Trouble. Its Plan: Flood Africa With Plastic.’ New York Times (30 augustus 2020)