Een half jaar geleden was ik op mijn betaalde werk bij een lezing van Dr. Erik Scherder, hoogleraar Klinische Neuropsychologie en Bewegingswetenschappen. Een speerpunt van hem is het belang van een actieve levensstijl. Waarom is het voor mij en anderen zo moeilijk een patroon te maken van een actieve levensstijl? Donderdag 23 mei 2019 was het de landelijke ‘Fiets naar je Werkdag’. Het eigenlijke doel is om op een laagdrempelige manier kennis te maken met de fiets als vervoersmiddel naar het werk. Ik gebruikte de landelijke Fiets naar je Werkdag als startpunt om mijn actieve levensstijl te beginnen.
Simpele oplossing
Het lijkt verrassend simpel om te voldoen aan een actieve levensstijl. Met twee keer sporten per week en dagelijks fietsen van en naar mijn (vrijwilligers)werk zag ik mezelf voor de lezing van Erik Scherder als actief persoon. Helaas! Erik’s definitie: ‘Elke dag minimaal een half uur aaneengesloten op matig intensief niveau bewegen’. Een volledige werkdag onderbreekt helaas mijn twee keer een kwartier fietsen. Erik heeft een simpele oplossing: ‘Fiets na die vijftien minuten gewoon nog een kwartier door!’
Twee op zeven
Ik voldoe al minimaal twee dagen per week aan de definitie van een actieve levensstijl. Die twee dagen verleng ik mijn lunchpauze om een uurtje te gaan hardlopen. Meestal een keer met collega’s en een keer in mijn eentje. Dan blijven er nog maar twee werkdagen, een vrijwilligerswerkdag en het weekend over. En in het weekend ben ik al actief met mijn kinderen op pad!
Patronen doorbreken
Als ik een patroon doorbreek hou ik het vol. Anderhalf jaar geleden stopte ik met koffiedrinken. De eerste drie weken waren lastig met hoofdpijn en concentratieproblemen en daarna werd het gewoon. Datzelfde ging op voor beginnen met sporten rond mijn dertigste. Nadat ik merkte dat hardlopen goed bij me past ben ik twintig jaar verder. Vrijwel wekelijks kom ik minimaal aan twee keer trainen. Waardoor was dat een succes? Wilde ik het graag genoeg? En waren de stappen om er te komen helder en klein genoeg?
Weinig bezwaren
Ik heb maar weinig bezwaren om niet dagelijks een half uur aaneengesloten op matig intensief niveau te bewegen. Ik heb geen auto. En ondanks het Nederlandse gebruik om te klagen over het weer is het zelden te slecht om de fiets te pakken. Sinds de mogelijkheid om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken kijk ik bij regen op buienradar en fiets op een later tijdstip. Ik denk dat het minder dan vijf keer per jaar zo langdurig zwaar regent dat ik de bus pak.
Concrete oplossing
Mijn belangrijkste bezwaar om langer door te fietsen was mijn laptop met het gewicht van een stoeptegel. Deze droeg ik op de fiets in mijn laptoptas om mijn schouder. En zo is alle gezondheidswinst weer teniet gedaan door teveel rugbelasting. Vandaar dat ik via Marktplaats een tweedehands fietstas kocht. Dan heb ik alleen nog de discipline nodig op tijd weg te gaan voor dat extra ommetje om aan mijn dertig minuten te komen. Dit klinkt alsof het voldoet aan de voorwaarden om van een half uur aaneengesloten fietsen een nieuw patroon te maken.
Neurohumoraal mechanisme
Voor het laatste restje motivatie stuurde ik een mail naar Erik Scherder. Mijn vraag: ‘Waarom is 1x 30 minuten bewegen beter dan 2x 15?’ Zijn antwoord: ‘Omdat het neurohumoraal mechanisme minstens 20/25 minuten nodig heeft om goed op gang te komen.’ Kijk: dat zijn motiverende woorden ????! Daarom fietste ik vanmorgen vanuit mijn huis in Lunetten via Overvecht naar Milieucentrum Utrecht.
Huub Sweerts